Ik was een paar dagen weggeweest, genieten bij de zee. Heerlijk doorwaaien, alles loslaten en nieuwe kracht opdoen.
Toen ik thuiskwam lag daar die overlijdenskaart. Alle herinneringen kwamen weer boven. Hoe wij samen in die heerlijke – voor ons doen – wilde tijd zo'n beetje alle bars en dancings in Leeuwarden wel bezocht hadden. Zoals ook die ene keer rond kerstmis, toen L. kerstballen gepromoveerd had tot oorbellen en zo Vat69 aan de Nieuwestad binnenwandelde. Oh, die hilariteit, heerlijk.
Beiden waren we verpleegkundige, zij was enkele jaren ouder dan ik.
Hoe we elkaar ondersteunden wanneer één van ons teveel genoten had van de spiritualiën. Gek genoeg kan ik me niet herinneren dat we ooit tegelijkertijd in dezelfde gevoelstoestand verkeerden (spiritualiteit was voor mij toen een vreemd woord).
Onze reizen naar o.a. Engeland en vooral Londen, herinner ik me. Juist in de tijd dat veel vrouwen van onze leeftijd daarheen gingen voor abortus, dat kon daar toen legaal, in Nederland nog nauwelijks.
De Engelse douane hield zich vooral met mij bezig, was ik 19 of al 20? 'Does your mother know you are here??' 'Yes, you can call her, if you want to.' Dikke pret.
We kochten daar lange zwarte capes, tot op de grond, die waren zelfs in Amsterdam nog geen mode, laat staan in Leeuwarden. De verkoopster adviseerde ons: 'Why don't you just start a new fashion overthere.' Wij: ‘Yes, why not?’
Er kwam een verwijdering. Deze begon nadat ik na een verblijf van twee jaar uit India terugkwam. Ik had daar kennis gemaakt met andere levenswijzen en -wijsheden en had daar in mezelf het nodige van opgepikt.
Tijdens mijn afwezigheid was L. 'minder uitbundig' gaan leven, meer traditioneel, zo'n beetje als van huis uit. Ze kwam ook uit een gereformeerd gezin, ze was geboren en opgegroeid in één van die dorpjes in het noorden van Friesland.
Na het volgen van cursussen bij Ronald Beesley was bij mij helemaal – om het zo te zeggen – 'het spirituele hek van de dam' en die denkwijze paste niet echt binnen het gereformeerd zijn, althans niet zoals L. het beleefde.
We zagen elkaar steeds minder, tot helemaal niet meer.
En nu was ze dood. Nou ja, dood.
Ik kwam van zee terug op de dag van haar begrafenis. En natuurlijk was het eerste wat ik deed 'even boven kijken’, want misschien mocht ik zien hoe het met haar was. Innerlijk stemde ik me af op mijn zielewezen en maakte me leeg.
Ik moet dan afwachten of er wel of niets iets getoond wordt. Deze keer wel. Maar mijn hart kromp ineen. Ik zag hoofdzakelijk grijze, grauwe energie, wel met vele lichtpuntjes daar half doorheen schijnend.
Zacht riep ik haar naam. Ze hoorde me, keek me even aan, maar draaide zich meteen weer om, gericht naar haar geliefden.
Oh, dat verdriet en die hulpeloosheid die ze uitstraalde, zo groot en zo intens. Ik 'zag' haar manier van denken over dood, afscheid nemen enzo, alles gebaseerd op de denkwijze van die traditionele gereformeerde kerk. Ik werd laaiend op diezelfde kerk: Hoe durven ze. Hoe hebben ze het ooit kunnen presteren om die schitterend Boodschap van tweeduizend jaar geleden op zo'n vreselijke manier te verkwanselen? Waar is de hoop, waar is de belofte, het respect voor het individu en bovenal waar is de liefde??
Ja, ook tamelijk arrogant van mijn kant…
Ongenuanceerde grote boosheid dus. Uiteraard mede een projectie van mijn eigen onmacht.
Ik zag helemaal voor me de zwaarte en het zwarte van al die jaren kerk met alles erop en eraan.
Dat dit wel aardig onterecht was hoorde ik later van twee van haar zussen. Zij vertelden over haar ziekte en de begrafenis.
L. hield o.a. van veldbloemen, vond het bellen blazen altijd al leuk en meer van die dingen. Dit had de familie opgepakt en hoewel bedroefd, was er ook veel lichtheid in hun verhaal over het hele gebeuren. Zo was haar kist bv helemaal bedekt geweest met fluitenkruid en hadden haar kleine tantezeggers allemaal lopen bellenblazen.
In deze gesprekken werd ook bevestigd dat L. nog steeds niets van spiritualiteit en zo moest hebben.
De zwaarte die ik ervaarde bij het kijken was, denk ik, gedeeltelijk van L. zelf en van mij natuurlijk.
Maar daar zij zich van mij afgewend had, mocht en kon ik niets voor haar doen…
Het toeval wilde dat ik, samen met een collega, in het weekend daarop een cursus 'Spirituele Begeleiding' ging geven precies met het onderwerp 'Stervensbegeleiding'.
Een onderdeel hierin was een gedeelte uit een speciaal ceremonieel voor overgeganen. Hierin deden wij een rituaal met waxinelichtjes, iedereen kon een lichtje voor iemand plaatsen als ondersteuning op de weg naar het Licht. Mijn collega, met haar sterk ontwikkelde gevoel, had de impuls gehad om van thuis naast alle witte kaarsjes één gele mee te nemen, al wist ze niet waarom.
Toen, midden in dat rituaal, was L. daar. Nog steeds één brok verdriet. Ze keek met grote ogen naar alles wat wij deden en vanuit haar tenen kwam: 'Oh wat is dit mooi, dit heb ik nooit geweten.'
Ik hield het niet droog.
Nadat alle anderen hun lichtjes geplaatst hadden, heb ik dat ene gele lichtje gepakt en aangestoken voor L. en uitgelegd aan de cursisten wat er gaande was. Me bewust zijnde dat die uitleg meer voor L. bestemd was dan voor de andere aanwezigen. En de goden zij dank: ik zag dat ze het accepteerde! Zo geweldig!!!!
Op dat moment ervaarde ik ook hoe het is om door een groep gedragen te worden.
Aan het eind van alles, onder de klanken van 'Birdsong' (van Zohra Noach) zag ik haar een berg oplopen, over de groene weiden naar de top, het Licht. En oh wat was ze mooi, niet meer zo grauw omsluierd, maar stralend.
Wat was ik blij en dankbaar. Ik zou het heel moeilijk gevonden hebben dat juist zij één van die dolende zielen zou zijn die hun weg maar moeilijk kunnen vervolgen. Gelukkig mocht ik op dat moment wel dingen aanreiken, ze was immers zelf teruggekomen en dan precies op dat moment in onze cursus… Na al die tijd word ik hier nog stil van.
Geweldig vond en vind ik dat!
Ik ben bijna letterlijk heilig overtuigd geraakt van het grote belang van:
-
ten eerste een weet hebben dat we dat innerlijk licht echt zijn en
-
ten tweede de grote en helende invloed die uitgaat van een rituaal. Wat wij deden: symbolisch het kleine lichtje (in dit geval waxine) van de betreffende persoon, terugbrengen naar het grote Licht (rondom een grote kaars op een tafel in het midden van de kring). Iets wat Zohra Noach eerder had aangereikt.
Ik heb het bij L. en later ook bij anderen die overgegaan waren, gezien wat voor moois dit soort ondersteuning kan doen.