Uit: Stofjes in een zonnestraal.
"Eeuwenlang hebben we geleefd met het mannelijk aangezicht van God, nu is het echt de beurt van het vrouwelijke.
Het is ook dit tijdperk, het Aquariustijdperk, waar de vrouw, met de kruik de ontvangenis is van de inspiratie die het mannelijk element in haar kruik giet.
Om even alle discriminatie weg te halen, dit is zeer grote mystiek. De geestkracht, de geest Gods is mannelijk. Deze geestkracht is op weg naar verdichting in materie in gradaties van niveau. Geestkracht indalend tot materie in ons denken, in het functioneren van onze hersenen en in onze ratio.
Het vrouwelijk aangezicht van God heel diep in ons verborgen is het licht, dat klinkt misschien vreemd, van het onbewuste. Het is het licht dat versluierd bestaat in het onderbewustzijn van de mens."
© Zohra Noach
Wat een opmerkelijke tekst! Dat verstopt in het onbewuste het goddelijke licht zit. Nog niet zo lang geleden was ik op mijn stuitje gevallen. Heel pijnlijk en ik was genoodzaakt het een tijdje rustig aan te doen, dus had ik al mijn afspraken afgezegd. Tijdens mijn rustperiode kwam er allerlei oud zeer naar boven drijven samen met golven van verdriet. Ik deed mijn best om me niet te verliezen in de gebeurtenissen die de aanleiding waren voor mijn emotionele reactie, maar ik bleef de pijn van het verdriet voelen. Net zo lang tot ik vond dat ik de pijn genoeg gevoeld had. Toen stelde ik me voor dat die golven van verdriet tot rust kwamen en het spiegelende, gladde oppervlak van een helder meer vormden. Ik wist dat als ik mijn hand in het water zou doen, ik op de bodem iets zou vinden. Het was een gladde, zwarte steen. Ik nam hem in mijn beide handen en verwarmde hem. De steen werd zachter. Ik vroeg me af wat er in de steen verborgen kon zitten. 'Vuur' kwam er in me op. Ik dacht direct aan een groot flakkerend vuur, als een tegenhanger voor die golven van verdriet. Maar nee, dat voelde niet als juist. Toen 'zag' ik een stille, onverstoorbare vlam zonder enige flikkering, doodstil. Ik bleef lang naar die vlam kijken en ik wist dat die vlam licht was. Ik voelde hoe die vlam in de harten van alle mensen brandt, ook in het mijne. In mij kwam een gevoel van diepe rust. En later een gevoel van intense dankbaarheid voor deze ervaring.
En weer later verwondering en ontroering. Had ik iets ervaren van dit vrouwelijk aangezicht van God? Een hele grote dankbaarheid naar Zohra welde in mij op. Dankbaar voor alles wat zij in de openbaring Psychosofia heeft gegeven. De grootte en de reikwijdte van de openbaring Psychosofia is nauwelijks te bevatten. Slechts bij benadering is er een glimp van op te vangen. Alleen als het hart open gaat.
© Joyce Bos